21
genoolcn hebben dit eigenaardige, dat zij alles
met eigen oogen beschouwen willen. Zij begrij
pen zoojuist: dat eene recensie niets anders is
dan de oordeelvelling van één mcnseh; mis
schien van een, die verstandig is, maar mis
schien ook vaneen zot, zoo groot, als er nooit
een geweest is onder de zeven wijzen van Grie
kenland. Zij zouden derhalve zeer wijsselijk zij
nen bril naar die volken zenden welke het on
geluk hadden van bijziende te wezen. Goedig
van aard, zou hij, Recensent, oneindig liever
willen prijzen dan laken maar een' Almanak
en een Almanak als deze is, lof toe te zwaai-
jen, zou hem onmisbaar den naam van een'on
partijdig mensch doen verliezen. Reeds nu kan
hij verzekeren, dat, even rampzalig als deze
jaargang mislukt is, ook de volgende mislukken
zullen: en zoo de tijd hem niet ontbrak, hui
ten twijfel zou hij zichzelven het genoegen ge
ven van die reeds nu te recenseren. Maar Re
eensent is niet gewoon zijne reeensien met over
haasting te bearbeiden. Het is hem niet genoeg
dat gezegd worde: de nieuwe Almanak van Schie-