46 Tot menig Arts van zeer beroemden naam ïlad ze in beur angst de toevlugt reeds genomen. Doch wat m' ook deed, 't bleef zonder vrucht. Haar vader, meè van 't Gild, bijt woedend op de tanden. Haar echtgenoot, wanhopend, wringt de handen. Maar geen van hen die ooit een duivel banden Dreef Belfagor thans op de vlugt De loosaard liet zich niet verkloeken. Nu komt Battista baar bezoeken, Ilij overtuigt zich dat Rodrigo daar is En dus voor hem bij 't pogen geen gevaar is. Goeds moeds zoo spreekt hij »'k weet een exorcistisch poeder 't Is zeker wel wat duur, maar niettemin, ik voed er Al mijn vertrouwen op. Verschaf mij slechts het geld. En 'k geef mijn woord van eer, Laurette is straks her steld. Verheugd hoort elk die taal. Battista krijgt de schijven En maakt zich straks gereed den Duivel uit te drijven. Zij neemt het poeder in. Hij fluistert haar in 't oor Rodrigo vriend, ik vraag u thans voor 't eerst gehoor Vertrek, ik smeek u! »Zoo, gij komt m' al spoedig vinden. Is 't antwoord, maar 'k ben steeds erkentlijk voor mijn vrinden. lk ga maar eer mijn schuld volkomen zij betaald Zoo wijk ik nog één reis, wanneer uw wil 't bepaalt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 80