47 Maar kom mij dan ook niet meer plagen En tracht mij nimmer te verjagen Mij nooit te storen lioc en waar k mij ook vermaak y> Ofvrees, Battista! vrees mijn felste wraak. Rodrigo spoedt zich thans, (elk land staat voor hem open,) IVaar Manfred's Koningstad't zoo lieflijk Parthenope. Daar heeft hij weinig tijds vertoefd Of velen zijn reeds diep bedroefd j En straks verbreidt 't gerucht van Koning Carlo's dochter: Helaaseen booze geest bezocht er. Dra wordt Battistè aan 't Napelsch Koningshof Ontboden. Hoe die wondre maar hem trof, Beseft gij ligtmet Vorsten is geen gekken En kon Rodrigo hem niet ook betrekken Wie durft een' bozen geest vertrouwen Wie vreest niet voor bezeten vrouwen Doch gun, dat ik u kort vertel, 'tGeen vrij wat langer duurt bij vriend Macciuavel Hij slaagt in 't eind naar wensch. De geldzucht maakt hem Hij keert naar huis terugbeloond met eer en goud. (stout. Thans dacht hij rustigjens te leven Van't eerlijkzuur verworven geld. Dien naam pleegt elk het nog te geven

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 81