Pcf ivijsc ixmnts tmtt (ê^cfjmjrtlirt.
iff»»
c/i ty. o/%d^iroo//
All's well that ends ell.
SlIAKSPEARE.
DE ARME MAN.
Wees, rijke man! met mij begaan:
Ontferm u over d'armen
De winterkou vangt nijpend aan
Wil mijner u erbarmen.
Leen mij van daag uw paard ora hout
Te halen uit het sparrenwoud;
Dan kan ik mij verwarmen.
DE RIJKE S.'AIÏ.
Daar hebt gij 't paard, o bedelaar!
Zoo u geen armoe prestte
Ik gaf in 't stormig weer (zóó waar!)
Den ruin u niet ten beste.
Scheer spoedig naar het woud u voort
Haal volop hout, want op mijn woord
'k Leen 't dier van daag voor 't leste!