58 (d.) Lompert,gaauwdief! springschavuit(c) (Dus riep de zoon des grijzen) Hoog spoedig, aan de galg ten buit, Uw vleesch de raven spijzen. Volg naar de stad mij dadelijk x> Opdat Scdf.jjjaka 't vonnis strijk', Die wijze uit alle wijzen!» Ton lichter ging nu 't viertal heen Met vlugge of looden voeten. Ach(kreet onze arme in droef geween:) Wat ramp kwam my te ontmoeten! Een kind een mensch een paardestaart! Doch maken zij de galg mij waard Dan zal Schemjaka 't boeten! Ik wil deez grooten keizelslecn Mij iri mijn neusdoek bergen; En als Scüemjaka mij met reen Of uitspraak zoekt te tergen Ilem dreigen met mijn slingcrknods Enals een edelman hem trotsch Recht en vergelding vergen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1838 | | pagina 92