60
Het kind, dat ik door hem verloor,
Kom ik liem wedervragen
Maar de arme hief, met vlammend oog
Op nieuw de steenen beurs omhoog
Als sprak hij wil 't eens wagen
IVu stekeblind is 't heilig recht!
ScnEMJAKA zag 't bewegen
Des steens, en dacht: die brave knecht
Verstaat zijn zaak ter degen.
Hij sprak daaromuw bedvriendin
Dehoore aan hem tot haar de min
Weer met een echtspruit zegen'!
In 't eind begon des voermans Zoon
Scoemjake om recht te vragen
GeefRechter! aan dien fielt zijn loon!
Ilij heeft mijn sfeun verslagen,
Mijn Vader!Met een dreigend oog
Stak de arme weer de beurs omhoog
Als sprak hij wil 't eens wagen.
Nu stekeblind is 't heilig recht!
Een derde beurs, naar 'k reken.
(Dus dacht hij 't is een noble knecht;
'k Wil nobel vonnis spreken.