70
O loevlugtsplaais in uwen schoot
Ontwijkt de ziel haar' hangen kommer y
En zoekt er tusschen graf en dood
De schaduw van verkwikkend lommer.
Hier vindtna menig' worstelstrijd
Met aardsch belang of woeste togten
De stervling kalme rust, en mijdt
Verleiding, hoe ook aangevochten.
Mollige aarde gij bedekt
De rijken en ook schamele armen
Die ge op een handvol stroo gestrekt
Meewarig opnaamt uit erbarmen.
Gij schakelt ketenen aan kroon
En knoopt met even zachte handen
Voor slaventelg en koningszoon
De nooit verbreekbre broederbanden.
d Akker Gods geen dauw besproeit
Uw planten en geen m^lsclie regen
Stort op uw' bodem hard gegloeid
Door 't vuur der smartzijn vruchtbren zege
Uw voedsel is de zilte traan
Dien 't oog der liefde stil laat vloeijen
Als offer voor de dorre blaan
Wier bloempjes 111 den hemel bloeyen.