85 eenvoudige wandelaars voorbij zelfs zij die voor een' hal ven dag eene slede met een paard ge-, huurd haddenen alzoo ook eens in hun leven met de groote luiwilden meê doen. Daarzietdaar achter udaar rinkelt en helt wat schoons twee duure paarden en wien trekken de dravende viervoeters niet den heer, maar zijn' koetsier! men wete slechts, dat de heer zooveel paarden en een' koetsier heeft; hijzelf wandelt liever, en verneemt met gestreelde eigenliefde, hoe men links en regts zijne ijs-equipage bewondert. Wat zijn wij aan u, waarde, geduldige Maasniet verschuldigd welk een goede genius der Rot terdammers, die waakte, dat juist de zondagen zoo schoon en helder waren-! hoe gewenscht voor urijkgekleede heeren en dames want op de prozaische dagen der week zoudt gij uwe uiterlijke waarde niet hebben kunnen vertoonen. Ifet is niet genoegdat men uop den dag des Heerenin vol uniformbinnen de wanden der bedehuizen zietbeter nog verschijnt gij op de ijs-pantoffel-paradeEn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 121