■Nyaaaauaaa saaasaaaas
(Uit de Tyroolsche Volksspraak.)
Op de Alpen groeit het beste kruid
Daar zoekt het koetje 't voedsel uit
Dat zich het lekkerst toont
Maar 'k vind het daar vooral zoo schoon
Omdat de flinke jagers zoon
Wien 'k lang reeds wedermin betoon
Vlak naast mijn moeder woont.
Waar 't grazend vee zijn voedsel vindt,
(Zóó pleeg ik vaak te spreken)
Vind ik het ook met die mij mint,
Wat zou mij daar ontbreken?
Zijn liclitblaauw oog kon mij bekoren
'k Wil van geen andren vrijer hooren
Dan van mijn' Hans alleen
Daar mogen knappe jagers zijn
Waarachtig! knapper geen!