106
bij gevoel van pijn of duizeling in het hoofd,
liever terstond ons werk te staken dan voort-
te gaan.
Ware hem de zorg voor onze opvoeding toe
vertrouwd geweesthij kon zich niet harte
lijker noch vriendelijker jegens ons betoond
hebben. Doch ik bespeurde, dat het spreken
hem vermoeide, en gaf mijnen vriend een
wenk, om ons bezoek te eindigen.
Nu toefde mij ietsdat mij nimmer uit het
geheugen zal gewischl wordenen dat op mij
eenen onbeschrijfelijken indruk maakte.
Buderdijk drukte de hand die ik hem toe
reikte en legde mij vervolgens plegtig de
zijne op het hoofd Jongeling dus sprak
hij «mijne taak is afgewevende uwe zal
«aanvangen, Misschien kunt gij in Gods hand
»een belangrijk werktuig zijn. Doe steedswat
God u gebieden zalga steedswaar God u
geleiden zalen vaarwel Zoo verliet ik
den grooten man zwijgend enwaarom zou ik
het niet bekennen met een traan in het oog.
Ik had verlangd den grooten Dichter te zien