107
ik had een' tederen echtgenooteen' vrien
delijken grijsaardeen Christen geleerde aan
schouwd. Ik had bilderdijk gezien en gevon
den edelvoortreffelijk en goedzoo als ik
het in mijne Fantazij gedroomd had.
Magnum vidisti Bentlejumschertste
mijn vriend maar dien geheelen dag kwam
er zelfs geen glimlach op mijn gelaat.
Ilc was niet gestemd, 0111 terstond deel te
nemen aan gewone gesprekkenen alledaag-
selie opmerkingen te hooren. Ik zocht de een
zaamheid en wilde den indrukdien het
afgelegde bezoek op mij gemaakt had in stilte
genieten. Ik gevoelde, dat anderen mijne ge
waarwordingen niet zouden verstaanen het
kwam mij voordat ik ze ook niet moest
mcdedeclen. Ik was innig verblijd dat ik den
Nestor onzer Poëzij en Letterkunde aanschouwd
haddat hij mij met zoo veel welwillend
heid ontvangen, zelfs mijnen naam opge-
teekend haden toch ik moest nu en dan
het vochtig oog afwisschen. Want ik dacht
aan de schaduwzijde des levens van den man