114
Seleucus keerde in zegepraal
Naar eigen land en stede.
Stratojïice des vijands spruit
Was 't schoonst gedeelte van den buit
En 't onderpand van vrede.
Vrede knoop twee harten zaam
Die lang elkaar beminden
Maar niet als vrede komt gij neen
Gij scheurt met wreede hand van een
Wat ge eeuwig moest verbinden.
De koning zelf eischt hare hand
Ten zoen der oude veten
Zij hoort hetdoch verwenscht die eer
En smeekt haar ijzren boeijen weer,
Voor 's Vorsten gouden keten.
Maar gaf wel koude staatkunst ooit
Gehoor aan maagdenheden
Neen onherroeplijk is 't besluit
Stratonice wordt 's Konings bruid
En 't heiligst regt vertreden.