118
Doch thans roept de arts stratonice!
Gij moogt hem niet doen sneven
Hij sterft voor u uit teedre min
Gij kunt, gij moetmijn vorstin,
Hem 't levenslicht hergeven.
De Koning hoort het, beeft en roept,
Leef zoon! ze is u geschonken,
Leeft voor elkaar de smart heeft uit
Ontvang uw maagdelijke bruid,
Wier schoon mij kon ontvonken.
En blozend knielt nu de eedle maagd
Aan 's kranken sponde neder
De vader zelf voegt hand in hand
En geeft door ft vlechten van dien band
Den zoon het leven weder.
Maar heil den arts J Zijn schoone daad
Moet eeuwigeeuwig leven
Zijn naam is erasis.tratüs
Gelieven mogt zijn genius
Uw ziekbed nog omzweven.
V.