136 Matling of Matting zich niet verder dan tot dezen dijk uit, bij welken zij zich met de Maas vereenigde. Nabij derzelver mond bouwde men toen eene kapel en weldra een dorp die de kapel en liet dorp aan de Scliie genaamd werden. Men vindt van dezelve melding ge maakt in een verdrag van den 28 December des jaars 1063, tusschen Bisschop willem van Utrechten den Abt van Epternach gesloten waarbij eerstgenoemde van eenige kerken in Holland afstand deed en in do eerste plaats van de Moederkerk van Vlaardingcn en van de kapel van de Schee of Scliie. Intusschen spoelde er in den inham voor de Schie gedurig veel land in de Maas aan dat haar naauwer deed worden en tevens de uitwatering der Schie be lemmerde. Men moet hierbij voor oogen houden dat de bedding der rivieren toen veel lager was dan thans zoodat het overtollige water zich van zelf in de Schie verzamelde en daaruit in de Maas vloeide. Van wegen de aanslibbingen die hooger werden dan de bodem der Schie moest men alzoo aan deze naar de diepte der rivier een verlengstuk graven hetwelk men hij onderscheiding de Nieuwe Scliie noemde. In dezen tijd toen het land daar nu de stad Schiedam op staat, nog dagelijks onder water liep, en alleen uit eene lage met biezen bewassene moeras bestond werd er een kasteel gebouwd aan den oever der Maasnabij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 174