150
geschillen met dubbele lievigheid uiten liepen de
zaken tusschen den Heer en den Abt zoo hoog, dat de
Abdij met geweld ingenomen werd de Abt gerard
van ockenberge naar Utrecht moest vlugtenen de
bovengenoemde Heeren van Mathcncssc zwaar gewond
werden. In dezen hoogst moeijelijken staat van zaken
werd het beheer van de goederen der Abdij door jan
van Beycrcn in 1423 aan willem simons-zoon van
Mathenesse als Prior opgedragen en werd hij in 1424
na het overlijden van van ockenberge, tot (30sten) Abt
van Egrnond aangesteld. Daar hij zich echter in deze
betrekkingeven min a!s zijn voorganger, in de Abdij
rekende in veiligheid te zijn, vertrok hij spoedig na
zijne aanstelling met zijnen Prior dendrik van muiden
van daar, de giftbrieven van willem VI, en aide
kostbaarheden zoo als juweelen en dergelijke met zich
nemende. Ongelukkiglijk was het besluit hiertoe naau-
zich aan de beslissing van den Graaf niet wilde onderwerpen
werd bij driemalen voor bem gedagvaard, doch niet verschijnende
werd hij gebannen en werden zijne goederen verbeurd verklaard.
Daarop begaf hij zich met 200 gewapende manschappen naar IJ s-
selstcin lij zijne moeder, en versterkte zich daarbinnen,
tegen eene belegering van den Graaf, die spoedig daarop volgde,
(v. Leeuwen Bat. 111. p. 941).
Deze twist eindigde met een verdrag. "Wagenaar D. III,
bl. 390, verv.
Een en ander hing zamen met den oorlog diende graaf tegen van
arkei voerde met wiens dochter van EGMOND gehuwd was.