155
rijks van de Heeren van Matlienesse kan mede deelen
blijkt het echter uit de betrekkingen die door hen
vervuld werden dat zij in groot aanzien stonden. De
oudste zoon toch van den laatstgenoemden jan adriaan
geheetenwas niet slechtsgelijk zijne vaderen
Heemraad van Schieland maar ook Curator der Leidsche
Hoogesclioolin welke betrekking hij met zijne ambt-
genooten corkelis van der mijlen en de Burgemeesters
van Leidenvoor den herbouw der Academie zorgde
toen dezelve in 1616 door eenen feilen brand geheel
vernield was. Deze adriaan was niet alleen Heer van
Mathenessemaar ook van Opmeer. Zijn vader jan
(de eenige van vijf broeders die kinderen naliet) was
namelijk gehuwd geweest met florentina van Culem-
borg vrouwe van Opmeer van wie hij deze tweede
heerlijkheid erfde. Wij moeten hier opmerken dat
het geslacht van Matlienesse zeer ongelukkig was met
opzigt tot deszelfs mannelijke afstammelingen als
welke vooreerst weinig in getal waren en ten andere
voor een groot gedeelte jong en ongehuwd stierven.
Adriaan van Matlienesse de tijdgenoot van willem
den Abt van Egmond had één' zoon wouter wouter
had één'zoonADRiA an,en deze had weder slechts één zoon
jan geheeten; jan had drie zonen, doch van deze drie
takken waren er twee reeds in het derde geslacht uit
gestorven de oudste derzelve adriaan had [vijf zonen