162
Maar wapenroem en pracht verdwenen
De schoonheid ligt in 't stof' vergaan
De vreugd vlood met de weelde henen
En't oog staart slechts een puinhoop aan!
De tijd sloopt zelfs metalen wallen.
Paleizen steden Rijken vallen
En wachten eindlijk 't zelfde lot.
Ook wij gedaald in onze graven
Wij zullen eens de waarheid staven
«Dat niets bestendig is, dan God!»
A. N. ÏAK PeI.I.ECOJI.