EEK GROOT HEER.
VAN EEN BURGERMAN IN DE ANTICHAMBRE VAN
De Burgerman lieeft een' Lakkei nederig gevraagd
of hij zijnen Heer weldra zou zien komen. De Lakkei
heeft hem de eersternaal geen antwoord gegevende
tweede en derdemaal half verstoord en glimlagchend
aangezien. Hij is juist niet in de antichambretoen de
Burgerman op zijn liorologie ziende spreekt
«Op de horologien der groote heeren wijst de lang-
zaam voortgaande uurwijzer de vervulling van hunne
gedane beloften aan; terwijl de secondewijzer, als
op de vleugelen van het ongeduld, voortsnelt, om
het oogenblik aan te duiden waarop zij de vervul
ling van een aanbevolen pligt van anderen verwach-
ten.»
Wat een zonderlinge opmerking van een burgerman
Wiet waar, lezers van den Schiedamsehen Almanak?
X.