B(j den dood Zijner Gade-
Ook gij mijn vriendzoo diep bedroefd
llebt tlians den bittren kelk geproefd
Dien 'k eens heb leeggedronken
Ook gij gij zijt bestelpt van rouw,
Om 't vroeg gemis der liefste vrouw
In 't graf ter neer gezonken.
Waar wendt gij thans uw blikken heen
En barst niet uit in droef geween
Om 't missen der geliefde
Bij d' uchtendstraal van eiken dag
Gevoelt ge op nieuw den harden slag,
Den dolksteek, die u griefde.