174
En waar is heulsap woor uw wond?.
Ga heen en reis den aardbol rond
Gij zult het nergens vinden,
Noch in de tranen, die gij loost,
Noch in de kussen van uw kroost
Of 't troostwoord van uw vrinden.
En ik zoo droef ah gij te moe
Reik slechts de broederhand 11 toe
Maar hied u kruid noch balsem.
Helaas j uw lotgenoot in smart
Welt niets uit dit verpletterd hart
Thans op dan bittere alsem.
Maar hooger liooger leidt de togt
Maar hooger dient er troost gezocht
Die zal ons nimmer falen
Wanneer wij 't oog ten hemel slaan
Waar millioenen starren staan
Die eeuwig glansrijk pralen.