179
Welaan de ride zij uw baak
In alles wat uw harten blaak'
Door haar geleid, door haar gevoed,
Verdooft te min de teedre gloed,
Die thans uw zielen smelt tot één
En voert naar 't heilig outer heen.
De bloemgekweekt door Rede en Min
Houdt hemelzoete geuren in
En maakt het huwhjkshulkje op aard
Meer dan een zilvren vloot u waard.
Geeft aan haar invloed dan gehoor;
Want deze wijst u 't veiligst spoor.
En welke stormvlaag immer woedt
Door haar en door de deugd geleid
Baart elke stond u zaligheid.
1824. j