a fjd l]<wen
©1!B. ¥<MSMSTAA1TOS BKSSTffESGalLEH'
Ter BJIITH/OFT, em.
'k Heb bij den raad mijns vriends een enkel woord te
voegen
Komt dan der koele Rede in d' echt ook invloed toe?
Haar, die we int peinzend hoofd zien diepe voren ploegen,
Die van de liefde zelfs 't waarom niet weetof't 7»oc?...
Gelieven! 'k bid het u, och! laat u niet bedriegen
Die hoog geprezen Rede is kil en koud als ijs
Geschikt om Amor zelf in doffen slaap te wiegen
Haaktzij door haar gezagden blonden jongling grijs.
Dat Amors fakkel dan uw hart steeds doe ontbranden
Van 't echte liefdevuur, dat nimmermeer verkoudt
Geeft hem (hij 's wijs genoeg,) de teugels maar in handen,
Dan blaakt gij steeds in liefde, en wordt al minnend oud.
Dat heilvoortreflijk paar blijve altijd u beschoren
Weest voor elkander warm! wordt nimmer,nimmer koel!
En wie den lof der Rede op hoogen toon doe hooren
Schat haar op regtenprijs maar huldigt het gevoel!
Ex tempore. Q-