182 Gij hebt ze alle drie geschonden Godvergeten roovrenschaar Ach! gij deedt mijn vader sneven, »Ruktet uit zijn sneeuwwit haar. Gij sloegt mijn gelieide in kluisters »'t Blosje ontvlood haar door't geween, 't Oorlogsros heeft plat getrappeld »'t Groen, dat me eens zoo heerlijk scheen. Maarnog min ik trouw de kleuren «Meer mij waard dan 's werelds goed. 'k Min ze meer dan 't licht der oogen «Inniger dan 't liartebloed. 't Wit! Ziet gindsche blanke lelie, «Die haar zuivren kelk ontsloot, Waar het hulsel van mijn dierbren «Rust vond in der aarde schoot. 'f Rood 't Zijn de bloedstroompiassen «Van het heilloos moordrental Groen dat is de kleur der zoodc «Die mijn stof eens dekken zal

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 222