196 Betalen, (roept de brave gast;) Ik lieb hier goeden wijn gedronken Neen wat ik u heb voorgekrast Dat zij u allen gul geschonken Wie heeft er in een oujaarsnacht Aan geld, en niet aan wijn gedacht? Gij zijt een brave goede karei Wij allen zijn niet u te vreên Schaarsch vindt men zulk een schoone parel Schaarsch daar slaat de oude domklok één. Het spookenheir verzinkt, en hannes staat alléén «Nu eerst terug! dus roept zijn bedkruis Hem toe bij 't oopnen van de deur. «Zoo laat o schelm van de avondpret 't huis, Dat wordt maar al te veel liier sleur! Maar vrouw dus vangt hij aan geen maren Zoo raast ze in toorn «beken uw schuld, Of 'k zal nadruklijk mij verklaren, Door daden op uw kemelsbult Maar vrouwtjen! hoor dan 'k wil niet hooren Want 'k heb gelijk, dus raast zij weer, En langs des braven hannes ooren Daalt op zijn rug eeji vuistslag neer. Maar welk een schrik heeft haar bevangen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 236