199
Van vreugde en zorgen vrij zou rusten op de baar
Dan ook w il hij,vol moed naar't aaklig kerkhof wandelen,
En zien hoe spoken daar nog 't aardsche werk behan
delen.
't Is daarom, dat hij peinst op 't lieflijkst obligaat,
Bij middag, avond nacht en blijde dageraad.
Hij componeert zelfs trots een Romberg of rossiiu
Hij speelt op ééne snaar als waar hy paganihi
En 't geen in later eeuw door de eicbhorns wordt ge
krast
Zal wanklank zijn bij 't geen hij 't kerkhof op vergast.
De dag is eindlijk daar zoo lang vooruit berekend
En met een roode streep in d' almanak getekend
En jurgen (dat 's de naam des tweeden bultenaars
Kleedt zich van top tot teen in fijn en blinkend paars
Zet zich een hoed op t hoofd versierd met roode randen j
Neemt harstklomp puikviool en strijkstok in de han
den
En stapt, gelijk een paauw met afgemeten schreen
En zeker van zijn zaak naar 't eenzaam kerkhof heen.
Daar deed uit d' ouden wilg dezelfde stem zich hooren
Die juist een jaar geleên aan hannes klonk in de ooren
Maar min beangst dan hij is t antwoord ras gereed
Ik kom mij kostte nooit een spook een droppel zweet.