200 Weer zat met vrolijk banketteeren Bij zoet genot van spijs en wijn Een rei van dames en van heeren Geschaard aan 't oudejaarfestijn Dezelfde schoone die mijn hannes ('k Ben nu vergeten, hoe haar van is,) Verlost had van zijn zware bult Was weder president der tafel En sopte weer gebak en wafel ln 't drinkglas zoo vol smaak verguld Maar schoon ze er uitzag om te stelen Geen enkel woord mogtuit haar mond Het oor van trotschen jurgen strelen Die met zijn hoed op voor haar stond. Ontdek het hoofd, dus sprak zij, vlegel! En maak een buiging, of mijn hand Zal u, gelijk een houten kegel Doen rollen langs het kerkhofzand. Wat voert u hier? Wèl om te schransen Tot dat ik dik ben als een ton En tot de komst der lieve zon U bij myn vedel te doen dansen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 240