5
schrijven nog niets verdiend heb, dan één
exemplaar van den Schiedamschen Almanak
en dattot mijne groote teleurstellingniet
eens verguld op sneê. Ik heb meestal door
kracht van geld den Boekdrukker moeten om-
koopen om iets van mij te drukken en wensch-
te, dat sommigen dit ook moesten doen; het
publiek zou er niets door verliezenen zij
zeiven zouden er bij winnen. (Si tacuisses
philosophus mansisses.) In ernster is geen
heter middel, om van de schrijfziekte gene
zen te worden; ik weet het hij ondervinding;
want dat ik nu de pen heb opgenomen, ge
schiedt alleen met het edel doelom voor de
Letterkunde van ons Vaderland een nieuw
veld te openen datwonder nog niet af
gemaaid is.
Ik treed op waarde Lezer als geschied
schrijver van Almanakken, spot niet mijn
heer het is buiten twijfel heterdan de ge
schiedenis te schrijven van een schelm, of
Talleyrand. Niemand zal ontkennendat ik
de beste ben hetgeen ik zal blijven, zoolang