dam is niet alleen gelezen hetgeen den
Uitgever tamelijk onverschillig was maar
hij is verkocht hoc erat in votis. Vrou
wen hebben het kleinood uit weetgierig
heid gekochten mannen uit nieuwsgierig
heid.
Als men de geschiedenis van een grootman
schrijft, mag men niet vergeten, zeer naauw-
keurig te zeggen, wiens zoon hij was. Hij
was de zoon vandie de zoon was vanenz.
enz.; zoo wcnschte ook ik te kunnen vermel
den in wiens hersenen het plan eerst is uit
gebroeid een Schiedamsehen Almanak zamen
te stellen. Ware het mij gezegd als een ge
heim ik zou niet aarzelenmij dadelijk van
dien last te ontslaan. Want die aan mij een
geheim vertelt, behoeft het waarlijk niet in
de nieuwspapieren te zetten. Maar nu moet
ik mij vergenoegen met geheimzinnig te zeg
gen dat het een groote onbekende isdie
uit zedigheid niet genoemd wil wordenof
dat de ware vader even moeijelijk te vinden
isals van sommige kinderen