8 Ik ben puiLiprus zoon zoo als mijn moeder zegt Ik zelf, ik weet het niet; wie kent zijn vader regt? vraagt een oud rijm, niet ik.... Die een stand beeld wil oprigten voor den manwien Europa deze weldaad verschuldigd ismoge zelf het onderzoekenDaarentegen wil ik zeer gaarne de plaats noemenwaar deze Al manak het eerste levenslicht zag. Zij is Schie dam eene aardige plaatswaar men varkens mest voor andere jenever verkooptin het grooten in het kleindie ten gevolge heeft matigheidsgenootschappendie ten gevolge hebben niets. Het is eene Stad vol brande rijen waarin men te voren uit rook goud maakte, maar nu uit goud rook; en lieeren brandersdie voor anderen wijn maken om zeiven water te drinken. Zij heeft vier poor tenwaar de kommiesen slaan, om naar het smokkelen te zien quid juvat aspect as wat zou er te Schiedam gesmokkeld wordenzoo er geene poorten warenMen vindt er eene beurswaar men redevoeringen houdten muzijk maakteen gasthuishetwelk een groot

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 42