13 worden die het goede en prijzenswaardige zooveel zij kunnentrachten te verstikken. Als men dezen hoorde moest men denken dat Schiedam zich had schuldig gemaakt aan hoog verraad. Het was eene schandelijke onwaar heid zeiden zijof het toonde weinig ken niszoo iemand beweerde, dat in ons Vader land gebrek was aan Almanakken integen deel, zij wilden wedden met wien het ook waredat hij ze niet allen bij naam konde noemenlaat staan wetenwat ieder bevatte. Dat de Staat zijn' Almanak hadwilden zij toestaanen des noods ook iedere Provincie maar dat elke stad, dat ieder dorp, ieder vlek en gehucht zulks naaaptevonden zij meer dan ongerijmd. Zoo doende zou de dui vel zelf weldra een' Almanak laten schrijven. Daarenboven was het in den hoogsten graad inconsequentop den zelfden tijd het Haar lemmer meer te willen droogmakenen het Vaderland met eene zee van Almanakken te overstroomen. Zoo veel water, als er aan den eenen kant uitgingzou er van den anderen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 47