14
kant inkomen. Ook konden zij geene reden
zien, waarom juist Schiedam deze zaak zoo
zocht doortedrijven. Maak jenever, zooveel gij
wilt, wij zullen dien drinken; maar denk
nietons te kunnen dwingentot het koopen
van uwen Almanak.
Om kort te gaan, er waren in den Staat
drie verschillende partijen eene was vóór den
Schiedamsclien Almanakeene was er tegen
de derde hield het voor eene onverschillige
zaak. Deze partij was zeer talrijk, maarzij
liet zich weinig gelden, en zat stil, als of
het haar niet aanging. Zij beschouwde de an
deren met ijskoude blikken, en maakte zich
daardoor vele vijanden. Inzonderheid namen
de Almanaksgezinden met deze onzijdigheid geen
genoegen. Zij moesten liever openlijke vijan
den zijn, (dachten zij,) en onzen Almanak
koopen. Had de Atheensehe wet «wanneer er
in den Staat verdeeldheid is, moet ieder bur
ger partij kiezenbij ons kracht gehadde
vraag zal de Schiedamsche Almanak leven
of sterven zou schielijk beslist zijn geweest