TOB3&Sb&ST<BIBSr.
Kent gij den weedom van 't verlangen
Zoo innig in 't gemoed
Des stervelings gevoed
't Is rustloos prangen
Een onuitbluschbre gloed
Een eeuwig streven
't Is smart met zoet,
En zoet met smart doorweven
Dat ons den boezem jagen doet!
Naar andre sferen
Ja, hemehvaart
Blijft de onvoldane ziel zich keeren
Met vurig, onverdoofd begeeren
Ginds ver van de aard!
Een schooner morgongloren
Lacht soms ons aan
Maar liefdes zorg en smart verstoren
Dien zaalgen waan.
Ontvlood dit Eden