52
niemand hinkt aan eens anders zeerelk ge
voelt best waar hem de schoen wringtdaar
gij echter in het schuitje zit, moet gij meê va
ren houd slechts moedwant hoop en moed
is altijd goedwaar inkomst isis ook uit
komst een stuivertje kan raar rollen eer men
den neus geveegd heeft, is men uit den brand
gered; een jonge maagd wordt ras gevraagd,
altijd zijn er die er een sprong naar willen
wagen, voor al wanneer uw schoorsteen rookt,
want daar zegt men is het best vrijen en bezit
gij daarbij splinto dat trekt als de zeilsteen
het ijzeren vinden uwe dochters dan een
goed portuurdan vervangt het zoet het zuur.
Maar er komen altijd maren bij als er
veel haaijen op de kust komen dan wordt het
vaarwater gevaarlijk klampt men u aan boord
om prijs te maken, houd dan een oog in 't
zeilen klem de helmstok vast in de vuist
want der kinderen eer is de kroon der oude
ren maagdeneer voor al is wonder teereens
verloren keert zij nimmer weer.
Echter Vrienden men moet zeemanschap ge-