5-i uitersten denkt nietliet is nog tijds genoeg die altijd vroeg genoeg komt, komt veeltijds te laat. Het baat niet dat gij zegtde brug is opgehaald, ik heb er een schotje voor ge schoten het zal wel koelenzonder blazen ach het slot is niet te bewaren waar elk de sleutel van heefteindelijk toch is hetgooi mij waar ik wezen wil of ik val er van zelf goed voorgaan doet goed volgendit is de eenige baat tegen het kwaadzoo de ouden zongen, zoo piepen de jongen. Al gij die mve hinders voet, Let wat je segt en wat je doet Want wat liet slj en hoe liet gae De sone doet den vader nae De dochter gaet liaers moeders gangh En dat haer gantscha leven langh. II. Lieve Maagden Ziet toe het vrjjen is een leugenachtig am-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 88