5-i
uitersten denkt nietliet is nog tijds genoeg
die altijd vroeg genoeg komt, komt veeltijds
te laat. Het baat niet dat gij zegtde brug
is opgehaald, ik heb er een schotje voor ge
schoten het zal wel koelenzonder blazen
ach het slot is niet te bewaren waar elk de
sleutel van heefteindelijk toch is hetgooi
mij waar ik wezen wil of ik val er van zelf
goed voorgaan doet goed volgendit is de
eenige baat tegen het kwaadzoo de ouden
zongen, zoo piepen de jongen.
Al gij die mve hinders voet,
Let wat je segt en wat je doet
Want wat liet slj en hoe liet gae
De sone doet den vader nae
De dochter gaet liaers moeders gangh
En dat haer gantscha leven langh.
II.
Lieve Maagden
Ziet toe het vrjjen is een leugenachtig am-