58 ken, en gevaar lopen te verdrinken voor dat zij water kennen bij wie de stoppels nog niet uitgevallen zijnvlasbaarden en melkmui len die zoo verlegen zijn als Anna met haar mans zielen daarom overal wel gezienmaar niet geacht worden. Windbuilendie wat heet gebakerd zijn en met liet hoofd door de muur zouden loo- pen altijd zijn ze pietje de voorste en het katje van de baan, doeh het is bij hen veel geschreeuw maar weinig wol. Jonkers van den Kalisdijk, die klinken als een wollen kousen de leer belijden dat het in eens anders schotel vet soppen is die op een stroowisch zijn komen aandrijven en het professoraat bekleden aan de akademie waar van de studenten knor! knor! schreeuwen. Lelijkenop wier tronie in de muur gemet seld de honden zich zouden dood bassen- en daardoor een remedie tegen de liefde zijn. Ook zijn er, door wien een streep loopt, die zoo veel verstand hebben als zeven koeijen die eenc ton vol kennis bezittenmaar de bodem

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1839 | | pagina 92