60
wind, dan zult gij weten waar het op staan
moetwant ik wind erom lief of leed geen
doekjes om.
Neemt er geen' die zijn kalverliefde nog niet
door is; ook geen gerimpeld vel want dat
vrijt niet wel; maar een van zessen klaardie
handen, hoofd en werk heeft, die voet bij stek
houdt en niet van stuur- naar bakboord geslin
gerd wordtdie niet al te mal iswant
mal vleeseh is, zelfs te geefnog te duur; die
weet wat een tedere maagd in eer en deugd
behaagtwant die het spel niet kentmag niet
mee spelendie een' baard heeftwant een
ruiter zonder paard, een krijgsman zonder
zwaard en een vrijer zonder baard, zijn geen
zeven oortjes waard, waarlijk! een kusje
zonder baard is een eitje zonder zout; maar
bij een man met een baard is een vrouw be
waard, doch boven al
Om wèl te trouwen zoete jeugd,
Trouwt om verstand en om de deugd.