111 se waar de brug aan de Schie moet gelegd wordenran welke het Hoogstdezelve behaagde, op daartoe gedaan aan zoek van den ingenieur-directeur F. W. Conrad, den eersten steen te leggen, in tegenwoordigheid van den heer Burgemeester der gemeente Oud- en Nieuw-Mathenesse en andere aldaar aanwezige Beambten. Na den afloop dezer plegtigheid sprak de Burgemees ter dezer stad Z. M. aan Hoogstdenzelve andermaal voor de eer, aan Schiedams Ingezetenen bewezen, zijnen dank betuigende, welke toespraak door den Koning minzaam beantwoord werd, die, na afscheid van de Regering en de overige aanwezige Autoriteiten genomen te hebben de terugreis naar 's Gravenhage aannam. Deze feestdagdie voor Schiedams Ingezetenen on vergetelijk zal blijvenwerd door het schoonste weder begunstigd en is besloten met eene algemeene illuminatie der stad waaronder zich bovenal de verlichting van de beide gothische eerepoorten en die van den boog tegen over liet huis van den Burgemeester fraai onderscheidden. Niettegenstaande de ontzettende volksmenigtezoo van binnen als buiten de stad te zamengevloeiden het daar uit ontstaande gedrang, is alles in de beste orde afge- loopen en heeft men van geene ongelukken of wanorde lijkheden vernomen. Wij willen dit verslag niet eindigenzonder welver diende hulde en dank toe te brengen aan hem, die zich zoo vele moeite en opofferingen getroostteom al datgene te beramen en in gereedheid te brengenwat tot eene

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1847 | | pagina 113