130
Neêrland ziet met welgevallen
't Dundoek wapp'ren van zijn wallen;
Hoort verblijd het dreunend brallen
Van 't geschut en 't vuurroer knallen
Voor zijn' Koningin! bis.
Neêrland toont in daad en woorden
*t Vreugdgevoel aan al zijn' oorden;
Wenscht dat Wolga's, Donau's boorden
Ook 't gejuich zijn's kindren hoorden
Voor zijn' Koningin! bis.
Neêrland's roem mag billijk prijken
Het bezitwaar and're rijken
Steeds jaloersch op mogen kijken.
Durend zal zijn' liefde blijken
Voor zijn' Koningin! bis.
Neêrland zalbij vele dagen
Ongestoorde vreugde vragen
Wat het drukk' gewillig dragen,
Zoo het moest; het leven wagen
Voor zijn' Koningin! bis.
C.
SCHIEDAM
22 December 1840.