derenwaagden het echter dagelijks eenige
Engelsclie en llollandsclie schepen haar te na
deren. Hoewel dit sedert geruimen tijd zonder
ontzag voor de Zweedsche zeemagt was voort
gegaan gebeurde het eindelijkdat twee Hol-
landsche schepen, verdacht van voor Riga be
stemd te zijn, en van welke de reeders beweer
den, dat zij een ander doel hadden, in handen
der Zweden vielen en prijs gemaakt werden.
Ten einde hun eigendom terug te erlangen,
verzochten zij 's Lands Staten een bekwaam
gezant naar Zweden te zenden, om verder den
handel op Lijfland te regelen. Deze voldeden
gewillig aan dit verzoek en lieten de keus van
den persoonzoowel als de bekostiging van deze
zending, aan de kooplieden over. Eerlang droegen
deze haga aan de Vergadering voor, die door
de Staten met hunne geloofsbrieven, in dato
Het verhaal van deze {gebeurtenis en van de daarop
gevolgde zending van haga naar Zwedenhebben wij
hoofdzakelijk overgenomen uit het werk van Prof. G. w.
vreede Nederland en Zweden in staatkundige betrek
king. bl. 25 en volgg. De bijzonderheden van haga's
ontvangst, verblijf en uitmuntend onthaal aan het Zweed
sche bof komen voor bij van meteren, Nedcrlandsche
Historie. Deel X, bl. 348351, (8°. uitgave). Laatstge
noemde heeft waarschijnlijk in handen gehad en gebruikt
het door Prof. vreede aangehaalde MS, van haga, bevat
tende een rapport van de Legatie naar Zweden, anno 1610,
hetwelk thans berust op het Provinciaal Archief te Utrecht.