10
Terwijl alzoo deze zaak door ijaga's toedoen,
naar wenscliten voordeele der Hollandsche
reeders, beslist werd, beijverde men zicli onzen
gezant alle genoegens en eerbewij zingen te ver
schaffen. Door de ziekte des Konings verhin
derd, Zijne Majesteit zelve te spreken, werd
hij door de Koninginoheistixa van holstein
statiglijk ontboden en vriendelijk onthaald.
Des Konings afzijn verontschuldigende, zeide
zij hem aandat de Vorst hem gaarne de gele
genheid wilde geven, de steden Stockholm, en
Upsal, benevens de zilver- en koperbergen, te
gaan zien, welke uitnoodiging iiaga aannam
en den 12 April op eene luisterrijke wijze naar
Stockholm gevoerd, waar hij, even als later te
Upsalfeestelijk onthaald werd en de belang
rijkste zaken in oogensehouw nam. Den 12 Mei
keerde hij weder naar Nijhoping terugwaar de
Koningdie thans hersteld washem in persoon
welkom heette, ter maaltijd vroeg en eenige
staatkundige gesprekken met hem voerde. Ein
delijk meermalen aan 's Konings tafel onthaald
zijndenam hij afscheid van hem en diens
familie en vertrok den 17 Mei weder naar
het Vaderland. Den 9 Julij kwam hij te
Amsterdamvervolgens te 's Hagealwaar hij
op den 14 Julij van zijne verrigtingon verslag
deed.