18 terug gegeven de vrije handel op den ge- heelen Levant stond voor ons openOnze am bassadeurs en consuls werden erkend, en het aanzien en de eer des lands werden door het tractaat aanmerkelijk bij do andere mogendhe den vermeerderd 2). Toen het verbond tussclien den Turksclien Keizer en de Staten gesloten was, deed ii.voa de bewijzen daarvan dadelijk aan de laatsten toekomen, eenige brieven bijvoegende van den Turkschen Keizer, van zijnen commissaris- generaal MAHOMET BASSA en van MUSTI EEEEN'DI cenigdc Neder I. Prov. en Si/n Ma jest, landen in don beginne van de maend July 1612, in liet Groot Placaat- boeli. Deel 3, boek I, 13 titel, bl. 383 en volg";. 1) Uit ecnen op last van ijaga geschreven en door hem geteekenden brief, gezonden den 30 October 1613 aan den raadpensionaris rAlTNV, voorkomende in de bovenge noemde verzameling van den heer SCHINKEL te '.9 Hagc blijkt het echter ten duidelijkste, dat, ofschoon de vrijla ting der slaven bij het tractaat bepaald wasde uitvoering daar van nog zeer onvolkomen plaats had en dat het onzen gezant veel moeite en naarstigheid kostte om al zijne landgenooten aan hunne slavernij te onttrekken. 2) lloe zonderling ons de Turken betiteldenblijkt uit het eerste artikel van het gesloten tractaat (insgelijks aan gehaald door collot d'escüry, Hollands roem enz. Dl. II, bl. 189 der aantcekcningen) en uit den aanhef der hier onder aangehaalde brieven der Turksche beambten. In het tractaat worden zij genoemd: Eer van de grootheid der heerlijkheid des Christendomsgrootste hoogheid van de excellentie en grootheid der wet van Christus, regeer ders van de regering der gemeente der ChristenenPa tronen van de beleefdheidHeer en van magt en eere. enz

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1848 | | pagina 112