aan zijne verdiensten geëvenredigde betrekking
erlangde Wat hiervan de oorzaak was is ons
aana den 5 November compareerde in de vergaderingh
de heer orateur iiaga hebbende geweest acht en twintigh
jaer tot Constantinopeldoende sommier rapport endc svne
charge afleggende, doch met verklaringhe dat voor den
dienst van 't landt 't ecne mael nodigh was dat yemandt
in syn plaets derwaerts wierde gesonden dat hy ook sulex
had de belooft ende tot verseeckertheyd van sulex aldaer
g hela ten hadde synen Neve.
Bij eene resolutie van den 29 Maart 1040 werd HAGA
door de Staten verzocht een vertoog in te leveren over
het al of niet nuttige van het zenden eens gezants naar
Kans tantin opel. Eene authentieke copij van dat vertoog
waarin haga de voordeden van een verbond met de
Turken en het noodzakelijke van het vervullen zijner
plaatse duidelijk uiteen zetw erd mij mede welwillend
door den heer SCHINKEL te 's Hagc ter inzage verleend.
Uit de lijst onzer gezanten aan her Turksche hof bij
oanneman, 1. c. 219 blijkt het, dat niet eerder dan in
het jaar 1658 levikus wakker als gezant naar Turkije
werd gezonden.
Bij eene andere resolutie, in Maart 1640, werd HAGA van
wege den Staat verzocht «om by gheschrift te stellen
ende te vervattendé nobelste en remarcabelste saecken
A an Regeeringhesoo politycke als militaire, met de ver-
anderinghe, historiën en gheschiedenissen in 't Ottoman-
nische Ryck cri ghebied hem voorghevallen geduyrende het
verblyf en de residentie tot Constantinopolen ghelyck hy
dan dikwyls had glicseyt veel notabele saecken te hebben
geobserveert en de by geschriften geconcipieertMaer
daar is noyt yet op ghevolgt. Aitzema t. a pl. Boek XX,
fol. 607. Mede aangehaald door vreede, t. a pl. bl. 75.
Dit gaf den beroemden HUGO HE GROOT aanleiding
om den Zweedschen gezant camerarius zijn leedwezen tc
betuigen, dat haga niet zoodanige betrekking kreeg, op
welke hij door zijne verdiensten aanspraak had. Grotius,
Epistol. N. 1484, mede aangehaald door vreede, t. u.
pl. bl. 75. Teregt merkt de hooglecraar daarbij aan, dat
het leedwezen van de groot strekken kan tot maatstaf
van HAGA's talenten.
IV.