27
audiëntie, aan den Prins zijn leedwezen tö
kennen gaf, zoowel over het gevangen nemen
der zes heeren de wit duist van voorhout
DE WAEL, RUIL, KEIZER en STELLINGWERF, als
over het aanstaande vertrek van Zijne Hoogheid
tot het krijgsvolk hij Amsterdamoordeelende
hij dat daaruit niet dan groote onheilen voor
den Staat en gevaar voor den persoon van Zijne
Hoogheid zouden te duchten zijn. Hij was het
die den Prins verzocht zijne voorgenomene reis
uit te stellenen aanbood alle goede officiën
aan te wenden, die van de beide hoven zouden
mogen gevorderd worden Deze poging was,
zoo als bekend is, te vergeefs. Had de Prins
er gehoor aan gegeven, vele rampen zouden van
het Vaderland zijn afgekeerd.
Niet lang meer mogt hag a ten dienste zijns
Vaderlands werkzaam zijn. Hij overleed te
's Gravenhage op den 12 Augustus 1654. Geacht
en bemind van allen daalde hij ten grave. Zoo
hoog als hij om zijne bekwaamheden bij dn
regering des lands stond aangeteekendzoo zeer
was hij gezien bij de groote mannen van zijnen
tijd. Bij floris II van Pallants)bij de groot
J) Zie verder de belangrijke Aanteekcning bij den Iloogen
Raad in Holland in bet Resolutieboek rakende de Stad
houders op den 31 Julij 1650, gevoegd als Bijlage 11
achter het eerste deel der Nalezingen op "wagenaak.
2) Zie Dr. g. d. J. schotel floris I en II van Pallant