DE SPOORTREIN.
Vooruit^VooruitDat is mijn leus.
Ik laat geen keus.
'k Eisch onderwerping en ontzag
Bij nacht en dag.
Het is teruggang wat mijn vaart
INiet evenaart.
Ik bied aan 't oog geen schoone stof
Ik zoek geen lof.
Men eert, men roemt mij ongevraagd,
't Geen meer behaagt
En offert van zijn goud voor mij
Verheugd en blij
Ik ben tot nut van 't algemeen
Veel meer dan een
Ik buig of breek den stugsten wil
'k Maak schreeuwers
Ik stort versaagden sterkte en moed
En drift in 't bloed