40 lk spoor tot krachts-ontwikkling aan Die suffend staan Ik breek bekrompenheid den kop: 'k Kweek mannen op Ik breng allengs van oord tot oord Meer vrijheid voort Ik ben het middel in de hand Die vrede plant Ik geef aan u in trein bij trein Tot Éénheid sein Ik roep aan allen 't welkom toe En word niet moê Ik voer in ééne zelfde vaart Den vorst der aard', Den onderzaatden vreemdling meê In rust en vreé Gelijkheid is mijn oppermagt Die geeft mij kracht Haar beeld ik af in mijne baan; In 't staan en 't gaan Zij maakt mijn vaart, zij maakt mijn vlugt Stout en geducht Vooruit! Vooruilmet snellen gang! De baan is lang De baan is lang! en 't leven kort! Vreest stoot nog hort 1847. J. L EC II N ER.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1848 | | pagina 142