is hij na zons-ondergang gemakkelijk waar te nemen. De grootste oostelijke afwijking is den 25 Fcbruarij (18°). Den 13 Maart is hij in beneden conjunctie met de Zon van dezen tijd af tot den 19 Mei gaat hij in de ochtend schemering kort vóór de Zon op. Zijne grootste weste lijke afwijking heeft den 9 April plaats (28°). In Junij is hij in de avondschemering en den 21 van die maand bij een afstand van 25° van de Zonnabij Pollux te vinden. Het. gemakkelijkste evenwel zal hij na de beneden conjunctie met de Zon, den 19 Julijvóór zons-opgang kunnen gevonden worden. Den 7 Augustus staat hij bij een afstand van 19f' van de Zon weder in de nabijheid van Pollux. Den 1 September komt hij in boven con junctie met de Zon, komt weder in de avondschemering te voorschijn en bereikt den 17 October zijne grootste afwijking (25°) van de Zon doch staat altijd zeer nabij den gezigteinder. Den 9 November komt bij in beneden conjunctie en bereikt den 26 dier maand de grootste westelijke afwijking (2Öft). Mercurius gaat 2 uren vóór de Zon op en is tusschen de twee heldere sterren in de Weegschaal gemakkelijk te vinden. VENUS. Venus schittert bij den aanvang des jaars aan den ochtendhemel en gaat ruim drie uren vóór de Zon op. ITare glans neemt echter af even als de tijd harer zigt- baarheidzoo dat zij den 1 April slechts één uur vóór de Zon boven den gezigteinder verschijnt. Bij den langer duur der morgenschemering in de volgende maanden en 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1848 | | pagina 23