Het spreekt van zelf, dat een man, die de neteligste zaken met den achterdochtigen en scherpzienden cromwel te vereffenen had ge had, die, niettegenstaande dat, door zijne staat kundige bekwaamheidmet hem en met het Engelsche Gemeenebest in 't algemeen in goede verstandhouding wist te blijven en die einde lijk bekend stond als een getrouw voorstander der stadhouderlooze regeringaan karei. II niet aangenaam zijn kon. De Staten gaven daarom nieupoort verlof' terug te keeren en zonden een aanzienlijk gezantschap om den Ko ning bij zijne komst tot den troon geluk te wenschen. In 1660, in het vaderland terug gekeerd, vin den wij niet vermelddat viedpoort eenige betrekking erlangde 2); als vriend van de witt, als opregt beminnaar zijns vaderlands, bleven deszelfs belangen hem dierbaar. Dat de omwen teling in Engeland voorgevallenhem zoowel als den raadpensionaris de witt onaangenaam was, blijkt ons, daar wij vermeld vinden, dat hij nog, na de herstelling van karel II, in den Van kampen, KarakterkundeD. II, bi. 251. 2) Evenwel behield hij het ambt van Raad en Rent meester der Domeinen van Noord-IIollandhet was den 23 Febr. 1669, dat hij daarvan afstand deed ten gevalle van zijnen zoon Johannes. (Zie de Itijlage.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1849 | | pagina 114