;>0
'k Bouw, schoonheid! neen. op u niet veel,
Gij zijt het ongewisse deel
Van 't nog veel ongewisser leven
Wat groot gencugt ge in u bevalt'
De tijd doet u eens zeker sneven
Op welk een prijs men u ook schalt'.
Maar 'k weet een bloem van beter duur,
Van meerder kracht en levensvuur,
Geplant in goede en voedzame aarde,
Besproeid door 't allerzuiverst vocht,
Een bloem die duurzaam is van waaide
Maar toch, helaas! zoo schaars gezocht.
Ja, bloem der liefde! gij alleen,
Gij bloeit, schoon alles hier beneên
Door wisling her- en der moog slingeren
U plukt der maagden zachte hand
Zoo wel als 's grijsaards stramme vingeren
Gij houdt voor beiden duurzaam stand.
Uw schoon verschiet niet noch verkleurt
Uw bladen zijn steeds opgebeurd,
Gij spreidt om ons de zoetste geuren;
Gij zijtde balsem voor ons hart,
Iloe diep gewond het ook moog treuren
Gij wischt de traan; gij heelt de smart.
o. Plant die bloejp maar plant haar ras;
Hier komt geen jaargetij te pas;
Zij bloeit door alle tijden henen
Zij ziet niet om naar praal noch pracht
Maar wil hcur schoon aan ieder leencn
Die haar naar waarde kweekt en acht.