47 «Mijnheer! «ij vergist u, ei, staak uw geroep! «Gij maakt hier zoo recdloos de grootste confusie »l)ie dame behoort reeds sinds lang tot den troep; «Gelijknis bragt zeker u tot die illusie: «Ze is wedawhaar man overleed voor een jaar, «Onmooglijk ontwaart gij uw vrouw dus in haar." Hertrouwd! mijne elise! wat martelend kruis Vervolgt nu de man, »hct is zeventien jaren »Dut ik met mijn' zoonmijne vrouw en mijn huis Verlietom met hem naar Westinje te varen; Vóór ccnigc dagen in 't Vaderland weer Hoorde iktot mijn' schrik van mijn dicrhre niets meer rMijn naam is richard, en mijn gd heet STANLEY. Begeer haar terstondzonder uitstelte spreken; Gewis zij herkent èn haar zoon en ook mij; Laat aan mijn geluk toch niets langer ontbreken Verbaasd was elkeen door het vreemde verhaal Elk stelde belang in den man door zijn taal. De ilaauw te verdwijnt en de dame komt bij Door middlenhaar toegediend op het thèdther Al twijfelt nog menig aan zekerheid zij bevestigt de waarheid en 't davrend geklater Van 't handengeklap, dat weêrgalmt fti het rond, Bewijst hoe 't publick er genoegen in vond. »l)ic luitenant" zegt ze op bevallige wijs, ils werklijk mijn echtvriend! 't ls negentien jaren, «Dat hij, dien ik heden nog hoog stel op prijs, «Met mij, nog zoo jeugdig, gelukkig mogt paren: «Hoe rijk ook in liefde, wij raakten in nood vF.n RICHARD nam dienst bij de Engelsehe vloot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1849 | | pagina 141