vertrouwen zijner meesters, do Staten van Hol
land geheel en al winnengeen wonder dusdat
hij, ten jare 1653, met hieronymus van bever-
NINGH, ALLARD .TON Cf ES TAL en PAULÜS VAN DE
perre als gezant naar Engeland werd gezonden,
om over een vredesverdrag met dat rijk te
handelen.
Ofschoon ons land gedurende eenigen tijd den
oorlog tegen Engeland met goed gevolg had
voortgezet, was hot evenwel niet te verwonde
ren, dat men de buitengewone kosten daar
door veroorzaakt, in aanmerking nemende, op
middelen bedacht was, om aan denzelven een
einde te maken. Geruimcn tijd te voren wa
ren er reeds vredesonderhandelingen aangeknoopt;
doch do liooge eischen van Engeland hadden
haar doen afspringen. Het verlangen naar
vrede deed echter de Staten besluiten om in
1653 andermaal een gezantschap, uit bovenge
noemde Staatsmannen bestaande, naar Engeland
af te zenden. Te meer hoop voedde men op eenen
goeden uitslag, daar de omwenteling, in Engeland
voorgevallen, Olivier cromwel aan het hoofd
van liet nieuwe gemeencbest geplaatst had en
er vele redenen waren om te vermoeden, dat
deze niet afkeerig van den vrede zou zijn,
daar het inzonderheid hem aangenaam wezen
moest, om bij het aanvaarden zijner nieuwe